zondag 23 juni 2013

Het Dr. Phil moment van José (of, hoe ook ik open deuren in kan trappen)



Deze week wordt er getrouwd in de familie. Intussen spreekt m’n beste vriend over zijn toekomstplannen met z’n vriendin, en m’n moeder over hoe ’t leven was toen ze zelf net getrouwd was. Om ons heen is relatief veel, zeer uiteenlopend vergelijkingsmateriaal. Mensen in verschillende stadia in hun leven en relaties, in positieve of negatieve sferen. Het geeft de nodige stof tot nadenken, en dat bracht me er toe eerder deze week, toen Kornelis net op ’t randje van de slaap balanceerde, te zeggen dat we stiekem toch best een goed huwelijk hebben. Hij lachte alsof ik zei dat de lucht blauw was en het gras groen. Maar zo vanzelfsprekend is het allemaal niet.
In september zijn we vijf jaar getrouwd, en die tijd is omgevlogen. Een fractie van een mensenleven wellicht, maar voor ons is er eigenlijk weinig veranderd; we gaan nog hetzelfde met elkaar om als toen we net getrouwd waren. En ik weet niet of iemand iets aan dit stukje gaat hebben, of dat het in de wind wordt geslagen met een “Wat weet zij nou, na vijf jaar?!”, maar het gaat niet alleen om de tijd die ik, die wij, in de echt verbonden doorbrachten. Ik heb 34 jaar levenservaring bij die ik meeneem in mijn relatie, en voor Kornelis is het niet veel anders. Ik heb slechts meer bagage dan hij. Dus om wat dingen op een rijtje te zetten, redenering en achtergronden incluis…

1.       Praat met elkaar. Vooralsnog is dat het belangrijkste wat ik mee kan geven, maar daar stopt het niet. Praten over ’t weer helpt je niet de ander te begrijpen. Zeg wat je hoopt, wat je droomt, maar vooral ook wat je angst aanjaagt. Liefde is ook schuilen bij elkaar en samen het monster onder ’t bed bevechten, omdat je het, heel simpel gezegd, niet alleen hoeft te doen. Omdat iemand van je houdt en je wil helpen. Alles wat je samen aanpakt is per definitie minder eng dan wanneer je een last, welke last dan ook, alleen probeert te dragen. Zorg om geld, kinderen, werk, fysieke of mentale gezondheid, er schuilt een hoop opluchting in het vocaliseren ervan. Wie weet kan de ander de malende gedachten stopzetten, als je ze de kans maar geeft? En als je niet uit je woorden komt, blijf dan praten, blijf jezelf herhalen, totdat je de nuances wel treft en bij de ander het lampje gaat branden. Als je op voorhand denkt dat de ander iets verkeerd gaat opvatten, zeg dat er dan bij. Zeg ook wat je vooral niet bedoelt, zodat het niet alsnog een misverstand wordt! En als je partner je probeert te helpen, dan is dat niet per sé een aanmerking op hoe je dingen normaal doet, maar een handreiking. Onmacht is een grote verdeler, maar ook die kan je samen verslaan. Als je er maar over praat. Zeg dat die onmacht er is, en hij lost zo goed als ter plekke op. Kwetsbaarheid is menselijk, en je hoeft je bij de mensen die je liefhebben niet sterker voor te doen dan je bent. Praten is geen wondermiddel, maar het is wel het begin van wederzijds begrip met een basis in liefde. Beter kan je niet beginnen, toch?

2.       Deel in geluk. Klinkt zweverig, is het niet. Ik heb helemaal niks met Sopor Aeternus, een artiest waar Kornelis aardig weg van is. Maar ik ben degene die de website van infrarot.de in de gaten houdt voor nieuwe releases, en ik bestel sinds jaar en dag de speciale edities voor m’n vent. Hij wordt er blij van, dus ik ook. Tijdens Record Store day kwam ik een Bride of Frankenstein soundtrack singletje tegen waarvan ik niet had durven hopen dat we ‘m zouden vinden. Ik stond daar te stuiteren met iets in mijn handen waarvan ik wist dat híj er gelukkig mee zou zijn. Hetzelfde gold toen ik de kans had een gesigneerde Stephen King aan te schaffen. Sterker nog, Kornelis stond zo fanatiek naast me met z’n armen te flapperen, zijn hyperventilatie bijkans gesynchroniseerd met de mijne, terwijl ik de bestelling intikte op de computer, dat ik het hele formulier verpestte, en er nog enkele paniekerige e-mails achterna moest sturen omdat ik bij “Country” Baarn in had gevuld, en niet The Netherlands. Hij wist wat een Joyland met krabbel voor me zou betekenen, en hij gunde ’t me zo. Om nog maar te zwijgen over de week na onze ontmoeting met Alice Cooper, een gedeelde passie, waar ik nog regelmatig volschoot en we elkaar alsof ’t afgesproken werk was steeds in de armen vielen met “Het is gelukt!” (Met dank aan Chris!). Het gunnen van geluk aan de ander, zonder afgunst of bittere ondertoon, is heerlijk. Tijdens onze verlate huwelijksreis naar Venetië zijn we omstreeks vieren uit bed gegaan om het uitgestorven San Marco Plein te aanschouwen in haar nachtverlichting, en de zon op te zien komen vanaf de met gondels bezaaide kade. Kornelis wist dat die fotografiesessie belangrijk voor me was, dus dat deden we. Een ander zou zeggen,”Mens, laat me slapen!”, maar hij vindt het vanzelfsprekend dat als ik ergens blij van wordt, dat dat dan maar moet gebeuren. En vice versa geloof ik hetzelfde over hem. Nachtelijk Venetië was prachtig, en een van de meest romatische dingen die we gedaan hebben. We hebben er geen van beiden spijt van, en het is iets dat we zo weer zouden doen. Gunning van geluk, is oprecht delen er in. Blijdschap is besmettelijk.

3.       Zorg zèlf dat je er iets bijzonders van maakt. Het onderwerp in kwestie hoeft niets groots te zijn, maar zorg dat de monotonie doorbroken wordt. Sleur wordt gezien als iets slechts, wat het helemaal niet hoeft te zijn; als je samen een goed ritme hebt, prima, kom maar op met die “sleur”! Maar laat iets bijzonders deel  zijn van je vaste routine! Zoals inmiddels wel bekend is m’n gezondheid niet denderend. Ik weet niet of, als we iets plannen, die dag mijn lijf mee gaat werken te ja, dan wel te neen. En over het algemeen is mijn leventje vrij saai. Vanwege die voorgenoemde gezondheidsproblemen, en wat snert-fobietjes, kom ik bijna de hele week niet buiten, de boodschappen met Kornelis daargelaten. Nou, een half uurtje Albert Heijn en je bent weer thuis. Lekker bijzonder.  Ik spreek bijna niemand, ik doe vaak de gordijnen niet eens open. Als we niks ondernemen, dan is míjn leven, tijdens de werkdagen dat Kornelis van huis is, in ieder geval al dodelijk droog. Dus ja, dan gaan we ogenschijnlijk spontaan naar musea, of voor een korte –niet al te vermoeiende- fotosessie naar de Theetuin in Eemnes. Het geheim is gewoon dat ik verschillende alternatieven voor een daginvulling in m’n hoofd heb voor ’t weekend begint: of we blijven thuis huishoudelijke dingen doen, of… (Vul maar in, alles kan, want ik heb ook wel een regenplanning bedacht!).  In de Efteling worden we beiden hartstikke gelukkig, en we gaan gewoon op een dag dat we kunnen. (Lees; wanneer ik er toe in staat ben te gaan. Liefst een regenachtige dag, want dan zijn er geen rijen). De toegangskaartjes liggen in de lade onder de TV, dus we kunnen theoretisch iedere ochtend zeggen, ja, dit is dè dag! Voor voorstellingen gaan we naar Amstelveen, Amersfoort, Amsterdam, Utrecht of Baarn, want al levert een avondje uit de nodige stress op, het is ook een opsteker en in mijn geval, een adrenaline-kick. We zorgen zelf voor hoogtepuntjes in ons jaar, want anders zijn ze er gewoon niet! En dat verwijst dan weer terug naar de vorige alinea: deel in geluk. Want tijd nemen voor jezelf als stel en gewoon iets leuks gaan doen, samen, valt daar ook onder. Dan blijft die was maar een dagje extra liggen, wat is nu belangrijker? Schone sokken –waarvan er toch een bakkersdozijn aan paren in de sokkenla liggen- of genieten met je partner?

4.       Geen spijt. Weer zo’n ogenschijnlijke dooddoener, want het is meteen ook weer vragen naar het onmogelijke. Iedereen heeft altijd wel ergens spijt van. Daarom juist. Probeer ’t tot een minimum te beperken. Zoals ik al eerder redelijk breed uitmat, heb ik de nodige verliezen geleden. De dood is niet voorbehouden aan oude van dagen, ook jonge mensen laten het leven. Kanker, zelfmoord, ongelukken, of gewoon een bizarre samenloop van omstandigheden… Hun leeftijd redde ze niet van ’t kerkhof. Daarnaast, van uitstel komt afstel, is niet voor niets een gezegde. Mensen hebben sowieso vaak het idee dat ze automatisch het eeuwige leven hebben, en zo ze die illusie al niet meer koesteren, dan tenminste de waan dat hun gezondheid blijvend van aard is. Zo werkt ’t in de praktijk niet voor ‘t gros. Stel niet uit tot morgen…  Iemand in mijn directe omgeving zette haar leven altijd in de wacht voor een ander. Eerst voor haar ouders, daarna ook nog voor haar echtgenoot en kind. Tegen de tijd dat ze aan zichzelf toe kwam, kon ze niets meer. Vanwege een middenoorafwijking kan ze niet vliegen, dus reizen zit er niet meer in. Bij concerten slaat d’r hart op hol, en bij een hartpatiënt is dat wat lastig, zo niet dodelijk.  Borduren en breien kan ze ook wel vergeten, want ja, die reumahanden hè… En ik lijk, qua fysieke gezondheid, een pad te bewandelen dat akelig veel lijkt op ’t hare. Dus ik doe zoveel als ik nú kan. Waarbij we samen Delen in Geluk en Zelf Zorgen dat we er Iets Bijzonders van Maken. Want wie weet kan ’t over een week niet meer. Sparen voor een pensioen is leuk, maar zorg dat je in de periode voor je pensioen niet vergeet te leven.

5.       Maar geen spijt behelst niet alleen dat: Heb ook geen spijt van de dingen die je niet gezegd hebt, simpelweg door te zorgen dat niets belangrijks onbenoemd is gebleven. In het laatste telefoongesprek dat ik met Dougie had voor hij stierf, hadden we ruzie gehad. We praatten het uit ondanks de telefoonrekening die uit de hand begon te lopen –het was een belletje van Canada naar Nederland, uiteindelijk-, en we hingen op met een “Ik hou van je”. De lucht was geklaard en letterlijk het laatste wat we tegen elkaar zeiden, was het mooiste wat het had kunnen zijn. Hoe ondragelijk was het geweest als dat gesprek ook maar een béétje anders was gelopen? Daar heb ik lering uit getrokken. Ik vertel Kornelis belachelijk vaak dat ik van ‘m hou, en hij mij. Niet uit suffe, betekenisloze en onze omgeving ziekmakend zoete gewoonte, maar omdat we ’t menen, en we willen dat de ander ’t weet. Want van sommige dingen wil je echt, ècht geen spijt hebben, en dat is er een van. (“Sorry” is een andere, voor grote of kleine fouten.) Als mij, of hem, iets overkomt, zullen we geen van beiden ooit in twijfel hoeven trekken of de ander wel wist hoezeer ze bemind werden.

6.       Lach. Lach met elkaar, om elkaar, tegen elkaar. Maar lach. Niets is zo bevrijdend en tegelijkertijd zo bindend, als samen in een deuk liggen. Daar kan seks nog een puntje aan zuigen, maar dat zal geen mens je ooit vertellen, bang dat hun eigen seksleven dan onterecht in een kwaad daglicht wordt gesteld. Het frappante  is alleen, dat lachen in de slaapkamer het allemaal nòg leuker maakt aldaar!

Ik schrijf vanuit mijn eigen ervaringen en beredeneringen. Maar de basisgegevens blijven hopelijk ook voor een ander waar indien toegepast op hun situatie, en kunnen van toepassing zijn op verschillende relaties. Vriendschappen, familiebanden, ze trekken wellicht allemaal profijt van de bovenstaande aandachtspunten. Wederzijds respect, liefde, begrip, en ook heel belangrijk doch vaak onderschat, humor, vormen een mooi beginpunt in een huwelijk, een vriendschap, of een andere betekenisvolle band. Ik weet niet hoe ons huwelijksleven er uit ziet als we 25 jaar verder zijn. Maar ik hoop dat het niet veel zal schelen met hoe we ’t nu hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten