dinsdag 28 juli 2015

Achterhaald/Eigentijds


Achterhaalde ideeën…. Regelmatig, als je klassiekers leest, kom je ze wel eens tegen. H. Rider Haggard schreef onder anderen King Solomon’s Mines, en de vorige week door mij uitgelezen She. Geschreven vanuit het oogpunt van een geleerde man van middelbare leeftijd, die zichzelf op een queeste bevind in donker Afrika. Onontdekt gebied, je kent ’t wel. Neerbuigend wordt gesproken over alles wat niet blank is, en de ingebeelde superioriteit van deze persoon die wij als held dienen te zien, is zowel tekenend voor die tijd als weerzinwekkend. Wetende dat het verhaal zich in een bepaalde richting zou ontwikkelen (De verfilmingen reeds verteerd hebbende), hield ik me vast aan het feit dat dit soort passages van voorbijgaande aard zouden zijn. Maar het werd erger.

Mensen die me kennen weten dat ik een dierenliefhebber ben. Vooral grote katten kunnen me bekoren, evenals rode panda’s en alles wat een beetje intelligent uit de oogjes kijkt en bij voorkeur erg “fluffy” is. Ik ben erg voor dierentuinen met fokprogramma’s om dieren voor uitsterven te behoeden, en ik maak bijzonder graag foto’s van de dieren die ik zo mooi vind dat mijn hart er een beetje pijn van doet als ik ze zie. Sommige dingen zijn te mooi om pijnloos te bevatten. Ik leg ze graag vast, en ik kan ontzettend genieten van het fotograferen van leeuwen, tijgers, poema’s en jachtluipaarden. Iets van die bewondering voor mooie dieren las ik terug in She: “Just as we were about to loosen the boat, however, a beautiful waterbuck, with great horns curving forward, and a white stripe across the rump, came down to the river to drink, without perceiving us hidden away within fifty yards under the willows.”

In de daaropvolgende alinea wordt de adembenemende omgeving beschreven, en hoe edel het dier er uit ziet in de ondergaande Afrikaanse zon. Vervolgens wordt er op geschoten. Want wat mooi is, moet dood, schijnbaar. Enkele pagina’s later moeten twee leeuwen het eveneens ontgelden, en och wat jammer, ze hebben geen spullen bij om de huiden de prepareren, dus ze moeten ze achterlaten. Tegen deze tijd wens ik ze van harte alle onheil toe die hen later in het boek ten deel zal vallen. En dit moet de held voorstellen… Ik las slechts over een monster, terwijl de titulaire She eigenlijk het gedrocht uit de vertelling zou moeten zijn.

De literaire voorbeelden uit 1886 zouden nu nogal een figuur slaan, dacht ik… Maar afgelopen vrijdag zag ik in Dierenpark Amersfoort een jongetje poseren naast de tijger die nabij het glas lag te slapen, alsof hij het beestje neerschoot. En vanmiddag las ik dat Cecil, de beroemdste leeuw van Zimbabwe, het reservaat uitgelokt was, en vervolgens opgejaagd en doodgeschoten (na eerst een dag met een pijl rondgelopen te hebben) door een Amerikaanse tandarts. Zijn dikke lachende kop bij zijn kansloze, inmiddels overleden prooi, is walgelijk.

De mensheid verdient het moois van deze aarde nog net zo min als in 1886.