donderdag 1 november 2018

Feest-eten.


Het is November. De kruidnoten liggen al heel lang in de winkels (Wat was het? Augustus? Hartje-hittegolf in ieder geval), en er zijn ook een paar zakken verstopt door het huis. Verstopt voor de kat, wel te verstaan, want hoewel hij die dingen niet lust, sloopt hij wel graag de verpakkingen open. We hebben ze met chocolade-coating, karamel-zeezout coating, en ook…. Gember-kaneel. Dat zijn héle kleine kruidnootjes met een eveneens héél apart smaakje, en in tegenstelling tot die kilozakken van Kornelis, is dat kleine, met een delicatesse-gevulde zakje toch echt van mij. Ze zijn ongeveer half zo groot als wat je normaal van een kruidnootje zou verwachten, en soms, heel soms, pak ik er een of twee. Want ja, ik let op de koolhydraten. Tegenwoordig eet ik niet meer dan 20 gram koolhydraten op een dag, en met een hand van die nootjes zit je daar al ruimschoots overheen. Dus het is zo nu en dan. Eentje. Of twee. Afhankelijk van hoeveel ik die dag gegeten heb. Nooit gedacht, maar het is ook zowaar voldoende. Ik geniet.
                Er is echt een verschuiving geweest. Toen diabetes de kop opstak en ik anders ging eten, waren feestdagen toch best moeilijk. Pasen was al lastig, maar Sinterklaas en Kerst… oef! Van chocolade bleef, dacht ik, niks over, want puur mocht dan wel, maar daar kreeg ik migraine van. Inmiddels ben ik er achter dat èxtra puur, dus een cacaogehalte van 85% of hoger, niet voor migraine zorgt mits ik het met mate eet. En met mate is toch al het devies. Zolang ik geen hele reep naar binnen werk, blijft de migraine ook weg. En van zo’n belachelijk pure reep doe ik tussen een week en 2 maanden. En wat is nu het geval…? Steeds meer komen de specialistische chocolades er in… Verkade’s Limited Edition karamel-zeezout letters, speculade (met speculaas er in verwerkt), maar er is dit jaar ook een La Place extra pure letter met noten. En daar heb ik dus mijn oog op laten vallen. Ik hoop ‘m dan ook in m’n afgetrapte Puma te vinden als de Goedheiligman weer in het land is. Hint.
                Dus, met letters kom ik er wel. En paaseitjes (tegenwoordig verkrijgbaar als extra puur) ook. Geen idee wat kerstkransjes doen dit jaar, of ze daar oo rare fratsen mee uit gaan halen…. Maar een of twee pure kransjes moeten wel naar binnen te werken zijn. (Kornelis offert zich met liefde op, wat de rest van de verpakking betreft.) Maar al dat andere spul… Weet je, ik heb niet zo’n probleem met het moeten missen van marsepein. Ja, ik vind het hartstikke lekker, klopt. En als ik bij die figuurtjes in de winkel sta, wil ik ze spontaan allemaal aflikken. Maar wat helpt? Camera (of mobiel) er bij pakken. Foto’s er van maken, meer kijken naar het snoep als een object, als een onderwerp, en dan gaat het al een stukje beter. Zelfde werkt trouwens ook op feestjes. Camera er bij zodat wordt vastgelegd hoe de kinderen hun gebakje finaal slopen en tot achter de oren smeren, en je mist het zelf geeneens. (De eetlust vergaat je dan ook sowieso wel.) Wat ik wel echt ontzettend jammer vind? De banketstaven. Vroeger gingen mam en ik die dingen inslaan bij de Hema, en er dan mee naar oma. Bij haar gingen ze, toen ze nog in een huis woonde, op de kachel, en later in de flat op de verwarming, ingepakt in aluminiumfolie. Het was traditie, het hoorde er bij. Net zoals warme chocomel of die snoepsigaretjes die meer suiker dan chocolade waren. Dat zijn eigenlijk de dingen die het wel lastig maken; nostalgie, de hang naar de gezelligheid van vroeger, van dingen die voorbij zijn gegaan.
Nou ja. Zolang ik m’n extra pure lettertjes maar heb.