Kornelis had hier maar een ding over te zeggen: "Je klinkt zo jong!" Tja. Dat was ik ook. Ooit.
Het is
lastig een stuk te schrijven als je geen namen kunt noemen, omdat de betreffende
personen zichzelf googlen, of personeel/pr-volk hebben dat hen googled.
Desalniettemin…
Tegenwoordig volg
je op de mondiale podia van Twitter en Facebook, beroemde mensen. Acteurs,
schrijvers, regisseurs en astronauten staan gewoon in je vriendenlijst, ook als
je niet in die van hen staat. Emotioneel gezien, zo niet in de realiteit, staan
ze op hetzelfde niveau als die oude klasgenoot, goede vriend, of
ver-weg-wonende oom die nooit veel terugzegt via social media. Ze zijn allemaal
even nabij. Je hoeft alleen je computer, tablet of mobieltje te bekijken en je
weet wat er bij ze leeft. Wat ze eten, wat ze kijken op tv, welk ijshockeyteam
ze volgen. Je bekijkt persoonlijke Instagram- of Flickrkiekjes die ze ook naar
hun moeder zouden sturen. Je twittert net zo makkelijk een bericht aan je
favoriete auteur als aan je nichtje. Van een barrière is geen sprake, want met
wat mazzel maakt iemand je week door je bestaan te erkennen met een retweet of
twittertje terug.
Dertien jaar geleden was Mark Zuckerberg gewoon
nog een broekie, en Facebook zelfs nog geen twinkeling in zijn ogen. Maar die
had ik ook niet nodig; Ík had een Chris. Een geboren en getogen Amsterdamse
journalist, die niet inzag waarom bepaalde mensen onbereikbaar zouden zijn voor
iemand als ik. Waarom zou ik ZusEnZoDieEnDie niet ontmoeten als die persoon
toch in Amsterdam was? Zijn redeneringen verpletterden die van mij in hun
simpele logica: ja, waarom ook eigenlijk niet? De drempels die ik zelf opwierp
erodeerden zienderogen. Als die mensen niet bijten, en niet afkerig zijn van
een verlegen “Goedendag” van een Tilburgse meid, wat hield me dan tegen? Dat ik
panisch was om naar de groenteboer op de hoek te gaan was een non-issue: Chris
was er bij en stuurde me vanzelf heus wel de goede kant op, mocht ik bijsturing
nodig hebben. Zag hij dat ik me wel redde, dan verdween hij discreet, met een geamuseerde
grijns, naar de achtergrond. Al dan niet met mijn camera in de handpalm voor
wat snapshots. Het Parool liet weten wanneer er ergens iets te doen was in de
trant van signeersessies of publieke opnamen voor radio en tv, en voor het
provinciaaltje ging er een wereld open.
In Amsterdam was er een klein cafeetje in de
nabijheid van Artis, dat tevens dienst deed als opnamestudio voor een publieke
omroep. Mensen zwierven tijdens de opnames naar binnen, langs de bar en naar de
tafeltjes die om de grote tafel met opnameapparatuur gesitueerd waren. Aan de
andere kant van de zaak was een podiumpje opgetrokken van een vierkante meter
of twee, alwaar bandjes of de presentator een deuntje konden spelen.
Een Nederlands Schrijver/Presentator die ik graag
las, bracht zijn programma met discussies en een liedje hier en daar, vanaf die
locatie. Na een van zijn uitzendingen ging ik naar hem toe met een aantal van
zijn boeken, waar hij zo’n beetje stijl van achterover sloeg. Ik was net in de
twintig, slank maar in bezit van cup d, en hij kon z’n ogen niet van me af
houden. In zijn boeken, die zeer autobiografisch waren van inslag, werden
vrouwen die exact aan mijn beschrijving destijds voldeden in de regel verheven
tot stof tot “onaneren”, zoals hij zelf placht te zeggen. Dat zijn dochter
bijkans even oud was als ik maakte ’t er alleen maar mooier op. Er werd wat
geflirt en gelachen, en hij kreeg prompt het deksel op de neus. “Ik hèb je
boeken niet alleen, ik heb ze ook erg goed gelézen. Daar trap ik niet in.”
Desalniettemin ging ik na een dik uur of wat aan geouwehoer huiswaarts met een
gesigneerd stapeltje boeken, èn een bierviltje met zijn e-mailadres, huisadres
en telefoonnummer. Dat alles met een hartelijke uitnodiging om eventueel zijn hulp
in ontvangst te nemen bij mijn eigen schrijverijen, bij ‘m op de bank. Ik ging
er verder niet echt op in, en hij kreeg ondanks ons mailverkeer wel door dat hier
niets voor hem te halen viel. Maar ik ben sindsdien wel enkele malen nog bij ‘m
in de studio geweest, samen met Chris natuurlijk. Telkens met andere publicaties,
waarbij een ‘n “Die heb ik zelf niet eens!” ontlokte. De eerstvolgende keer had
ik ’n tweedehandsje voor ‘m bij, opgesnord bij Boekwinkeltjes.nl. Ik weet nog
dat Chris een foto van ons maakte, waar Meneer de Schrijver handig van de
situatie gebruik maakte om een arm om me heen te slaan. Vingers zwierven in
bustier regionen, en ik sta met een knalrood hoofd op die foto’s. Hij was ook
echt zo’n snoeperd als in z’n boeken. Het was ‘m vergeven; ik wist naast wie ik
plaatsnam, voor ik ging zitten.
In dezelfde studio kwam een Acteur/Cabaretier die
Chris eerder geïnterviewd had. Mijn gedweep met de goede man had natuurlijk
helemáál niets te maken met de keus van Chris om hem enkele weken daarvoor te
spreken voor een TVgids interview. Chris had een reden uitgevogeld om nog eens
met m af te spreken om iets af te geven waar ze ’t over gehad hadden, zodat ik ‘m
kon ontmoeten. In de tussenliggende tijd bestelde hij de persfoto die in de
gids had gestaan bij de fotograaf, op een mooi formaat. Het was een bitter
koude dag toen we naar ’t café gingen, en ik zat weggedoken in mijn trui aan
ons vaste tafeltje toen de man wier kuiltjes in de wangen me tot giechelbuien
brachten, binnentrad. Meteen dook hij op Chris, die me zonder omhaal voorstelde. Ik bleef er bijna in. Even later
kwam hij terug met zijn cappuchino, thee voor Chris, en voor mij een flesje Schweppes
Bitter Lemon. Terwijl ik doodgeschrokken aan de tafel zat, keuvelden de heren
naast me door. Ademen, hoe moest dat ook alweer? Chris trok de foto
tevoorschijn, die prompt werd getekend (Met liefs nog wel!), en daaropvolgend
kwam hij op de proppen met mijn camera; zou ‘ie ’t erg vinden om even met me op
de foto te gaan? Och help.
In die periode was ik druk bezig met het
ondernemen van pogingen tot lucid
dreaming. Een concept dat inhoud dat als je droomt, je weet dàt je droomt,
en die droom dus ook kunt manipuleren. Dat moest het zijn, ik sliep gewoon! Ik
poseerde naast ‘m, onze stoelen dichter tot elkaar geschoven, en op het moment dat
ik besloot dat dit simpelweg een droom moest zijn, keerde ik mijn gezicht naar
hem, draaide met mijn hand het zijne ietsjes naar me toe, en kuste hem op zijn
wang.
Mijn ijskoude neuspuntje maakte contact met een
warme, heerlijk geurende, lichtelijk gestoppelde wang voor mijn lippen hem
raakten. Alles werd zwart, ik kreeg geen lucht meer, en ik kon door de grond
zakken. Acteur/Cabaretier-Met-Heerlijke-Kuiltjes-In-Z’n-Wangen schrok een
beetje van mijn plotselinge actie, maar ik nog meer. Ik trok me snel terug, met
konen zo rood dat mijn hoofd op barsten stond. En Chris, de grapjurk, zei: “Kan
je dat nog eens doen, want ik weet niet zeker of de foto gelukt is!” De 2e
zoen staat me niet eens bij, maar ik weet dat hij er was: de foto’s bewijzen het.
Maar tegen die tijd was ik aardig heen. Onze tafelgenoot verexcuseerde zich,
want het item waar hij voor naar de studio was gekomen begon, goddank. Ik had
een momentje om tot mezelf te komen. Het achtergebleven, leeggedronken kopje cappuccino
stond nog waar hij ‘m achtergelaten had. Ik had me toch al belachelijk gemaakt
die dag, had vreselijk de bakvis uitgehangen, en als je dat niet kunt doen in
aanwezigheid van je beste vriend, bij wie dan wel? Dus voor ik mezelf kon
tegenhouden haalde ik mijn vinger door het achtergelaten laagje melkschuim aan
de binnenkant van Het Kopje, en stak ’t in m’n mond, genietend met gesloten
ogen.
Na het item kwam hij
terug naar onze tafel, en terwijl de ene na de andere Bekende Nederlander door
de deuren kwam, werden we voorgesteld alsof we ook daadwerkelijk iemand waren.
Een Cabaretier/TVPresentator kwam met de tranen over zijn wangen stromend
binnen; hij was op de fiets gekomen en de kou was funest voor z’n ogen. Hij
stond de tranen weg te vegen met de ene hand, en schudde de mijne met de ander.
Alleen in Amsterdam kan zoiets.
Ik had nog nooit cappuccino op, en sindsdien ben
ik een liefhebber geworden. Het flesje Schweppes dat ik gekregen had was al in
een plastic zakje in een boodschappentas verdwenen. Het ligt nu nog, stevig
verpakt, in de berging met een labeltje met de locatie en datum er aan. De
gesigneerde foto hangt nog altijd boven mijn bureau; hij kijkt met een glimlach
de woonkamer in terwijl zijn kat z’n hand likt.
…En de boeken van de Onaneerkoning staan
gekrabbeld met onbetamelijkheden in de kast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten