Deze week wordt er getrouwd in de familie. Intussen spreekt m’n beste vriend
over zijn toekomstplannen met z’n vriendin, en m’n moeder over hoe ’t leven was
toen ze zelf net getrouwd was. Om ons heen is relatief veel, zeer uiteenlopend
vergelijkingsmateriaal. Mensen in verschillende stadia in hun leven en
relaties, in positieve of negatieve sferen. Het geeft de nodige stof tot nadenken,
en dat bracht me er toe eerder deze week, toen Kornelis net op ’t randje van de
slaap balanceerde, te zeggen dat we stiekem toch best een goed huwelijk hebben.
Hij lachte alsof ik zei dat de lucht blauw was en het gras groen. Maar zo
vanzelfsprekend is het allemaal niet.
In september zijn we vijf jaar getrouwd, en die tijd is omgevlogen. Een
fractie van een mensenleven wellicht, maar voor ons is er eigenlijk weinig
veranderd; we gaan nog hetzelfde met elkaar om als toen we net getrouwd waren.
En ik weet niet of iemand iets aan dit stukje gaat hebben, of dat het in de
wind wordt geslagen met een “Wat weet zij nou, na vijf jaar?!”, maar het gaat
niet alleen om de tijd die ik, die wij, in de echt verbonden doorbrachten. Ik
heb 34 jaar levenservaring bij die ik meeneem in mijn relatie, en voor Kornelis
is het niet veel anders. Ik heb slechts meer bagage dan hij. Dus om wat dingen
op een rijtje te zetten, redenering en achtergronden incluis…
1.
Praat met elkaar. Vooralsnog is dat het belangrijkste wat ik mee
kan geven, maar daar stopt het niet. Praten over ’t weer helpt je niet de ander
te begrijpen. Zeg wat je hoopt, wat je droomt, maar vooral ook wat je angst
aanjaagt. Liefde is ook schuilen bij elkaar en samen het monster onder ’t bed bevechten,
omdat je het, heel simpel gezegd, niet alleen hoeft te doen. Omdat iemand van je houdt en je wil helpen. Alles
wat je samen aanpakt is per definitie minder eng dan wanneer je een last, welke
last dan ook, alleen probeert te dragen. Zorg om geld, kinderen, werk, fysieke
of mentale gezondheid, er schuilt een hoop opluchting in het vocaliseren ervan.
Wie weet kan de ander de malende gedachten stopzetten, als je ze de kans maar
geeft? En als je niet uit je woorden komt, blijf dan praten, blijf jezelf
herhalen, totdat je de nuances wel treft en bij de ander het lampje gaat
branden. Als je op voorhand denkt dat de ander iets verkeerd gaat opvatten, zeg
dat er dan bij. Zeg ook wat je vooral niet bedoelt, zodat het niet alsnog een
misverstand wordt! En als je partner je probeert te helpen, dan is dat niet per
sé een aanmerking op hoe je dingen normaal doet, maar een handreiking. Onmacht
is een grote verdeler, maar ook die kan je samen verslaan. Als je er maar over
praat. Zeg dat die onmacht er is, en hij lost zo goed als ter plekke op. Kwetsbaarheid
is menselijk, en je hoeft je bij de mensen die je liefhebben niet sterker voor
te doen dan je bent. Praten is geen wondermiddel, maar het is wel het begin van
wederzijds begrip met een basis in liefde. Beter kan je niet beginnen, toch?
2.
Deel in geluk. Klinkt zweverig, is het niet. Ik heb helemaal niks met Sopor Aeternus, een
artiest waar Kornelis aardig weg van is. Maar ik ben degene die de website van
infrarot.de in de gaten houdt voor nieuwe releases, en ik bestel sinds jaar en
dag de speciale edities voor m’n vent. Hij wordt er blij van, dus ik ook.
Tijdens Record Store day kwam ik een Bride of Frankenstein soundtrack singletje
tegen waarvan ik niet had durven hopen dat we ‘m zouden vinden. Ik stond daar
te stuiteren met iets in mijn handen waarvan ik wist dat híj er gelukkig mee
zou zijn. Hetzelfde gold toen ik de kans had een gesigneerde Stephen King aan
te schaffen. Sterker nog, Kornelis stond zo fanatiek naast me met z’n armen te
flapperen, zijn hyperventilatie bijkans gesynchroniseerd met de mijne, terwijl
ik de bestelling intikte op de computer, dat ik het hele formulier verpestte,
en er nog enkele paniekerige e-mails achterna moest sturen omdat ik bij “Country”
Baarn in had gevuld, en niet The Netherlands. Hij wist wat een Joyland met
krabbel voor me zou betekenen, en hij gunde ’t me zo. Om nog maar te zwijgen
over de week na onze ontmoeting met Alice Cooper, een gedeelde passie, waar ik
nog regelmatig volschoot en we elkaar alsof ’t afgesproken werk was steeds in
de armen vielen met “Het is gelukt!” (Met dank aan Chris!). Het gunnen van
geluk aan de ander, zonder afgunst of bittere ondertoon, is heerlijk. Tijdens
onze verlate huwelijksreis naar Venetië zijn we omstreeks vieren uit bed gegaan
om het uitgestorven San Marco Plein te aanschouwen in haar nachtverlichting, en
de zon op te zien komen vanaf de met gondels bezaaide kade. Kornelis wist dat
die fotografiesessie belangrijk voor me was, dus dat deden we. Een ander zou
zeggen,”Mens, laat me slapen!”, maar hij vindt het vanzelfsprekend dat als ik
ergens blij van wordt, dat dat dan maar moet gebeuren. En vice versa geloof ik
hetzelfde over hem. Nachtelijk Venetië was prachtig, en een van de meest
romatische dingen die we gedaan hebben. We hebben er geen van beiden spijt van,
en het is iets dat we zo weer zouden doen. Gunning van geluk, is oprecht delen
er in. Blijdschap is besmettelijk.
3.
Zorg zèlf dat je er iets bijzonders van maakt. Het onderwerp in kwestie hoeft niets groots te
zijn, maar zorg dat de monotonie doorbroken wordt. Sleur wordt gezien als iets
slechts, wat het helemaal niet hoeft te zijn; als je samen een goed ritme hebt,
prima, kom maar op met die “sleur”! Maar laat iets bijzonders deel zijn van je vaste routine! Zoals inmiddels wel
bekend is m’n gezondheid niet denderend. Ik weet niet of, als we iets plannen,
die dag mijn lijf mee gaat werken te ja, dan wel te neen. En over het algemeen
is mijn leventje vrij saai. Vanwege die voorgenoemde gezondheidsproblemen, en
wat snert-fobietjes, kom ik bijna de hele week niet buiten, de boodschappen met
Kornelis daargelaten. Nou, een half uurtje Albert Heijn en je bent weer thuis. Lekker
bijzonder. Ik spreek bijna niemand, ik
doe vaak de gordijnen niet eens open. Als we niks ondernemen, dan is míjn leven,
tijdens de werkdagen dat Kornelis van huis is, in ieder geval al dodelijk droog.
Dus ja, dan gaan we ogenschijnlijk spontaan naar musea, of voor een korte –niet
al te vermoeiende- fotosessie naar de Theetuin in Eemnes. Het geheim is gewoon
dat ik verschillende alternatieven voor een daginvulling in m’n hoofd heb voor ’t
weekend begint: of we blijven thuis huishoudelijke dingen doen, of… (Vul maar
in, alles kan, want ik heb ook wel een regenplanning bedacht!). In de Efteling worden we beiden hartstikke
gelukkig, en we gaan gewoon op een dag dat we kunnen. (Lees; wanneer ik er toe
in staat ben te gaan. Liefst een regenachtige dag, want dan zijn er geen rijen).
De toegangskaartjes liggen in de lade onder de TV, dus we kunnen theoretisch
iedere ochtend zeggen, ja, dit is dè dag! Voor voorstellingen gaan we naar
Amstelveen, Amersfoort, Amsterdam, Utrecht of Baarn, want al levert een avondje
uit de nodige stress op, het is ook een opsteker en in mijn geval, een
adrenaline-kick. We zorgen zelf voor hoogtepuntjes in ons jaar, want anders zijn ze er gewoon niet! En
dat verwijst dan weer terug naar de vorige alinea: deel in geluk. Want tijd
nemen voor jezelf als stel en gewoon iets leuks gaan doen, samen, valt daar ook
onder. Dan blijft die was maar een dagje extra liggen, wat is nu belangrijker?
Schone sokken –waarvan er toch een bakkersdozijn aan paren in de sokkenla
liggen- of genieten met je partner?
4.
Geen spijt. Weer zo’n ogenschijnlijke dooddoener, want het is meteen ook weer vragen
naar het onmogelijke. Iedereen heeft altijd wel ergens spijt van. Daarom juist.
Probeer ’t tot een minimum te beperken. Zoals ik al eerder redelijk breed
uitmat, heb ik de nodige verliezen geleden. De dood is niet voorbehouden aan
oude van dagen, ook jonge mensen laten het leven. Kanker, zelfmoord, ongelukken,
of gewoon een bizarre samenloop van omstandigheden… Hun leeftijd redde ze niet
van ’t kerkhof. Daarnaast, van uitstel
komt afstel, is niet voor niets een gezegde. Mensen hebben sowieso vaak het
idee dat ze automatisch het eeuwige leven hebben, en zo ze die illusie al niet
meer koesteren, dan tenminste de waan dat hun gezondheid blijvend van aard is.
Zo werkt ’t in de praktijk niet voor ‘t gros. Stel niet uit tot morgen… Iemand in mijn directe omgeving zette haar
leven altijd in de wacht voor een ander. Eerst voor haar ouders, daarna ook nog
voor haar echtgenoot en kind. Tegen de tijd dat ze aan zichzelf toe kwam, kon
ze niets meer. Vanwege een middenoorafwijking kan ze niet vliegen, dus reizen
zit er niet meer in. Bij concerten slaat d’r hart op hol, en bij een hartpatiënt
is dat wat lastig, zo niet dodelijk. Borduren
en breien kan ze ook wel vergeten, want ja, die reumahanden hè… En ik lijk, qua
fysieke gezondheid, een pad te bewandelen dat akelig veel lijkt op ’t hare. Dus
ik doe zoveel als ik nú kan. Waarbij we samen Delen in Geluk en Zelf Zorgen
dat we er Iets Bijzonders van Maken. Want wie weet kan ’t over een week
niet meer. Sparen voor een pensioen is leuk, maar zorg dat je in de periode
voor je pensioen niet vergeet te leven.
5.
Maar geen
spijt behelst niet alleen dat: Heb ook
geen spijt van de dingen die je niet gezegd hebt, simpelweg door te zorgen dat
niets belangrijks onbenoemd is gebleven. In het laatste telefoongesprek dat
ik met Dougie had voor hij stierf, hadden we ruzie gehad. We praatten het uit
ondanks de telefoonrekening die uit de hand begon te lopen –het was een
belletje van Canada naar Nederland, uiteindelijk-, en we hingen op met een “Ik
hou van je”. De lucht was geklaard en letterlijk het laatste wat we tegen
elkaar zeiden, was het mooiste wat het had kunnen zijn. Hoe ondragelijk was het
geweest als dat gesprek ook maar een béétje anders was gelopen? Daar heb ik
lering uit getrokken. Ik vertel Kornelis belachelijk vaak dat ik van ‘m hou, en
hij mij. Niet uit suffe, betekenisloze en onze omgeving ziekmakend zoete gewoonte,
maar omdat we ’t menen, en we willen dat de ander ’t weet. Want van sommige
dingen wil je echt, ècht geen spijt hebben, en dat is er een van. (“Sorry” is
een andere, voor grote of kleine fouten.) Als mij, of hem, iets overkomt,
zullen we geen van beiden ooit in twijfel hoeven trekken of de ander wel wist hoezeer
ze bemind werden.
6.
Lach. Lach met elkaar, om elkaar, tegen elkaar. Maar lach. Niets is zo
bevrijdend en tegelijkertijd zo bindend, als samen in een deuk liggen. Daar kan
seks nog een puntje aan zuigen, maar dat zal geen mens je ooit vertellen, bang
dat hun eigen seksleven dan onterecht in een kwaad daglicht wordt gesteld. Het
frappante is alleen, dat lachen in de
slaapkamer het allemaal nòg leuker maakt aldaar!
Ik schrijf vanuit mijn eigen ervaringen en beredeneringen. Maar de
basisgegevens blijven hopelijk ook voor een ander waar indien toegepast op hun
situatie, en kunnen van toepassing zijn op verschillende relaties.
Vriendschappen, familiebanden, ze trekken wellicht allemaal profijt van de
bovenstaande aandachtspunten. Wederzijds respect, liefde, begrip, en ook heel
belangrijk doch vaak onderschat, humor,
vormen een mooi beginpunt in een huwelijk, een vriendschap, of een andere
betekenisvolle band. Ik weet niet hoe ons huwelijksleven er uit ziet als we 25
jaar verder zijn. Maar ik hoop dat het niet veel zal schelen met hoe we ’t nu hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten