Als op vrijdag de 13e
Juni de Nederlandse voetbalgekte losbarst, zit ik met m’n hoofd heel ergens
anders. Niet alleen omdat ik niets met voetbal heb, maar ook, of liever,
voornamelijk, omdat Doug dan 17 jaar dood is. Ik heb ‘t nog eens nagerekend,
want het kan bijna niet zo lang geleden zijn, maar het is echt zo. Zeventien
jaar. En er is nogal wat gebeurd in die tijd. Niet in de laatste plaats het
ontmoeten van, en trouwen met, Kornelis. Bewijs dat hoe verknipt je ook bent, hoe
verkloot je leven ook is, soms komt ’t toch nog wel een “soort-van” goed.
Vandaag maakte ik aanstalten om
wat behang af te trekken in de gang. Die moet namelijk af zijn voor de nieuwe
vloer er over een maand of wat in komt, want die Fix/Finish Knauf-zooi hoef ik
niet op m’n fonkelnagelnieuwe laminaat. Bij het neerhalen van de lijsten die
aan de muren hingen, hield ik ook weer de kleuren-ets in m’n handen die ik na
Dougie’s dood kocht. Een langwerpig tafereel van zeilbootjes met witte zeilen
op een nachtelijk meer. Toen ik het in de Nieuwlandstraat in Tilburg bij een
galerie in de etalage zag liggen, liet het stuk me niet meer los. Deze was voor
mij, ik wist ‘t zeker. In die tijd zag ik seintjes van boven in alles, en of
het ook echt ’n signaaltje was of niet, dit soort dingen hielden me staande.
Voor zover ik m’n toenmalige staat “staande” kan noemen.
Efin, in een van Doug’s brieven
sprak hij over een heuveltje, waar hij op zonnige dagen op ging liggen en van
daaruit de zeilbootjes op Lake Ontario kon zien. Ergens staat me bij dat hij
daar soms ook herten zag, maar dat kan een toevoeging zijn vanuit mijn eigen
mentale plaatje. Hoe dan ook, zeilbootjes met witte zeilen, op Lake Ontario.
Hij voelde zich vrij, als hij dat beeld voor zich had.
Getroffen door de kleuren-ets van
bootjes in die etalage, ging ik een beetje in verwarring naar huis. De ets was
lichtelijk boven mijn budget, maar hij liet me niet los. Na veel bakkeleien
zijn m’n moeder en ik alsnog naar de galerie gegaan om ‘m aan te schaffen. Ze
was er vast van overtuigd dat ik er spijt van zou krijgen, maar tot op heden is
dat nog niet gebeurd. Het is zo’n plaatje waar je een beetje in kunt verdwalen
met je gedachten. Even op een heuveltje liggen na een warme dag, kijkend naar
de bootjes. Een verbinding met een tijd, een persoon, die toen nog in leven was
en misschien hetzelfde gevoel had. Och, ik weet ’t niet…
Zeventien jaar. Volgend jaar achttien.
Zo oud was ik net, toen hij stierf. Een -voor mij- half mensenleven
geleden. Ik ben nu ruim 10 jaar ouder
dan hij ooit zou worden. De cijfers verliezen al hun betekenis, hoe meer ik er
aan denk. Onvatbaar, onbegrijpelijk…. Want als ik lang over ‘m nadenk is de
pijn in m’n borstkas weer terug, het gemis weer groot. M’n leven is goed nu.
Gold dat ook maar voor hem. Ik hoop ‘t, ergens, in een of andere vorm. Dat het niet
vergeten, en het blijven houden van, toch verschil maakt voor ‘m.
Zeilbootjes. Er staat er ook een
op het Canadese dubbeltje. M’n "aller-favorietste" muntstukje ter wereld. Drie keer raden
waarom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten