maandag 20 mei 2013

Liefde Brak de Rug




Noot van de schrijfster: Niet helemaal tevreden hierover, de tijden lopen door elkaar en het verdwaalt wat in zichzelf, maar ik ben er voor nu even klaar mee.



Mijn moeder heeft een neus. Een hele goede. Voornamelijk als het aankomt op het snuffelen naar mooie, bijzondere, antieke ‘prullen’ waar andere mensen overheen kijken, doorgaans omdat ze onder een laag kaarsvet, stof of een zwartbruine nicotinevernis verstopt zitten. Uit verdomhoekjes in dozen onder rommelmarktkraampjes trekt ze de grootste wonderen vandaan. Haar huis lijkt derhalve op een museumarchief. In de keuken maakt ze de meest onmogelijk smerige dingen schoon met terpentine, aan tafel voorziet ze andermans voorheen te min bevonden rommel met een levengevend laagje goudwas. Gelukkig voor haar hecht ze niet in het bijzonder aan dingen, zodat het huis nooit in een pakhuis zal veraderen; Als ze klaar is met fröbelen verliest ze relatief snel interesse in haar nieuwste schat, en ‘t maakt dus al na een half jaartje te hebben mogen pronken alweer plaats voor het volgende kunststukje. Een aantal van haar projecten hebben reeds hun weg naar mijn woning gevonden. Ikzelf heb die gave niet, want afstand doen van spullen, en de daaraan vasthangende herinneringen… Dat gaat me te boven. Daarom is ons huis ook altijd, onveranderlijk, te klein. Ik kan niets wegdoen. Het verzamelen van dingen staat voor mij synoniem aan het verzamelen van herinneringen en emoties, kleine vastleggingen van momenten, zoals foto’s dat ook kunnen doen. Alleen neemt een oude afbladderende typemachine of een opgepoetst koperen inktstelletje meer plek in beslag. En als ik toch aan ’t bekennen ben, restaureren is ook niet echt aan mij besteed; ik ben veel te bang dat ik iets onherstelbaar verknal, -En ik ben niet echt vergevingsgezind naar mezelf toe- al is de wil tot heel-maken wat stuk is, wel latent aanwezig. 



Enkele dagen per week is mijn moeder te vinden in de kringloopwinkels van Tilburg. Daar slaat ze haar slag. De caissières kennen haar naam en zij de hunne, en ze weten ongeveer wel waar ze haar aandacht even op moeten vestigen of wat ze voor haar achter moeten houden. En als m’n moeder een paar dagen bij ons in Baarn logeert, gaat het ook kriebelen. Baarn, uiteindelijk, heeft relatief veel vermogende burgers. En dus ook verhoogde kansen op een bijzonder leuk assortiment bij de retourboer, die slechts 5 minuutjes lopen van onze flat vandaan zit. Ik ga er zelf amper tot niet heen, wetende dat ik niet weg kan gaan zonder de daar aanwezige bibliotheek te hebben geplunderd, en dan in het bijzonder de antiquariatische boeken. Ik ben nog nooit met lege handen vertrokken, en moet echt mijn best doen om de rest van de winkel niet al te goed te bekijken; er is te veel dat schatpotentieel heeft. Dus terwijl m’n moeder het meubilair en de brocante bekijkt, blader ik een oude Ben Hur, Longfellow, Byron of Faust door. 

Uiteraard is de vrijmarkt op Koninginnedag hier in Baarn een nog veel groter feest. Mijn moeder, mijn man Kornelis, en ikzelf stiefelen de volledige binnenstad van Baarn door met steeds zwaarder wordende boodschappentassen. M’n moeder koopt een koperen stoofje, Kornelis een Super 8 filmpje van de Apollo 17 maanexpeditie, en ik heb wat loden letters van een drukpers waar ik blij van word. Even tussendoor kijken we de abdicatie van Beatrix op het grote scherm op de Brink, waarbij ik gekleed in oranje boa en Leve de Koningin t-shirt en plein publique een traantje laat als ik de damesachtige handtekening van Beatrix uit haar pen zie vloeien. Daarna hervatten we onze speurtocht naar spullen. En bij een Brink-kraampje kom ik een kleine bekende tegen.

 De dag voor Koninginnedag ben ik met m’n moeder naar de retourboer getrippeld, en zoals gebruikelijk kon ik niet weggaan zonder boek. En wat was het een miserabel exemplaar! Een Bijbel die van ellende uit elkaar viel, gedrukt in 1886, en, zo het inplakvel ons gracieus met kroontjespen geschreven mededeelt, uitgereikt aan Van Dam en Van Niekerk bij de inzegening van hun huwelijk, den 26e augustus 1887, namens den Kerkraad der Nederlandse Hervormde Gemeente te ’s Gravenhage. Oorspronkelijke prijs, het bescheiden vermogen van fl. 1,10. De rug meermalen gebroken, de vellen en stiksels los, het goud-op-snede gekrast en beschadigd. Een Bijbel dus, in andere woorden, die gelééfd heeft, en die het echtpaar met theologische wijsheden heeft bijgestaan in goede en kwade tijden. Ik kan niet alleen geen afstand doen van mijn eigen spullen vanwege de herinneringen; ook de spullen van anderen vul ik met de romantiek van hun mij volslagen onbekende geschiedenis. En dit stukje ‘vroeger’ moet dus, voorzichtig verpakt in een Baarnsche Courant, in een plastic tasje richting flat.

Op de Koninginnedagmarkt kom ik tot mijn stomme verbazing dus exact dezelfde Bijbel tegen. Met twee belangrijke uitzonderingen; er is geen inplakvel met echtelijke informatie, en hij is als nieuw. In andere woorden, hij is ontvangen voor de vorm, en heeft de rest van zijn lange bestaan doorgebracht in een kast, om nooit geopend te worden. Nooit doorbladerd voor troost of vreugdevolle momenten, een bundeltje papier dat slechts voor den schoonen schijn op de plank lag. Wellicht een voorbarige conclusie; misschien waren de ontvangers van die editie analfabeet, of hadden zo’n ontzag voor Het Woord dat ze het niet eens aan durfden te raken, maar desalniettemin... “Wil je die niet hebben?” vroeg mijn moeder nog, vermoedend dat ik ineens enorme spijt had van het papieren brokje ellende dat me de dag ervoor nog tien euro had gekost. Nee. Ik heb ’t beste Bijbeltje van de twee. Want al deel ik niet echt in het geloof, ik deel wèl in de liefde voor geschreven woorden, en de geschiedenis die je kunt ruiken tussen de kruimelende kaft. En misschien, als ik ook maar een fractie van het talent had dat mijn moeder heeft voor het restaureren van kleine schatten, dan zou ik ’t misschien proberen. Het opnieuw inbinden van de geradbraakte Bijbel. Naald en draad er bij. De geur van verse boekbinderslijm de vleug sigarettenrook die aan de pagina’s kleeft laten bedekken... 
…Misschien ook eigenlijk maar niet.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten