Ik weet niet alles even helder te herinneren. Een deel is ook gewoon wat ik
misschien door de jaren heen zelf heb ingevuld. Maar dit is zo’n beetje hoe
sommige dingen plaatsvonden.
Mijn halfoom aan ma’s kant, inmiddels overleden, zat in zijn
jeugd op de grote vaart. Toen hij eenmaal terug was in Nederland en hier een
gezin stichtte, bleven verre landen echter wel trekken. Daarom zaten we met
regelmaat zondag te luisteren bij oma in de flat, naar het voorlezen van de
handgeschreven brieven die op flinterdun blauw papier, in een al even dun
enveloppetje aankwamen. Luchtpost, zoals dat toen nog bestond. De exotische
postzegels maakten de filatelisten in de familie blij, en de verhalen waren
fascinerend. Mijn oom en tante reisden regelmatig af naar Indonesië, en trokken
samen door de binnenlanden van Bali en Jakarta. Geen strandliggerij, maar naar
de kleine dorpjes. Waar je een arm kind amper een roepie kon geven, of je werd twee
tellen later achtervolgd door 20 bedelende kinderen. Indonesië was speciaal
voor hen, ook omdat mijn oom met z’n longemfyseem er makkelijker kon ademen, en
ze maakten er vrienden. Een van hen, Madé, kwam mee naar Nederland. Wat een
avontuur! Hij ging mee naar de Efteling, en hoe ziek hij ook uit de python
kwam, hij is er tot drie keer toe in geweest…. Hij dacht dat hij misselijk was
omdat z’n ziel ‘m niet bij kon houden, dus hij moest terug om ‘m te gaan
vangen. Op een zondag bij m’n oma was Madé ook aanwezig, en hij sprak me aan in
de gang. Of ik met ‘m wilde trouwen. Ik wist niet waar ik het zoeken moest, en
moet ontzettend gebloosd hebben toen ik z’n aanzoek weigerde. Achteraf begreep
ik het ook wel: ik was Nederlandse, en hij wilde hier blijven. Ik was
vrijgezel. En ik verstond en sprak Engels, dus hij kon met me praten. Maar ja.
Ik was een brugklasser, vers van de basisschool. Beetje jong nog, voor Nederlandse
maatstaven dan tenminste! Zo makkelijk gaf hij het niet op, maar hij bleef wel
beleefd. Hardnekkig. Maar beleefd. Mijn oom en tante gaven een groot feest, waarbij
m’n oom alles filmde, (met behulp van een belachelijk sterke bouwlamp), en help…
Madé deed een prachtige Indonesische dans. Ten overstaan van wat wel 1000
mensen leek (het waren er misschien 50 of 100), vroeg hij me met hem mee te
dansen. Tot zover had ik alleen ervaring met jazzballet, en had ik een kleine wals
geleerd van een neef, maar daar hield het wel zo’n beetje op. Indonesisch
dansen? Echt niet! Iedereen keek. En ik durfde niet. Er werd me toegesist door oom
en tante dat ik niet mòcht weigeren, er werd naar ik me herinner ook tegen m’n
rug geduwd, “Ga nou, dit kun je niet maken”... De #MeToo beweging bestond nog
niet, vrouwen hadden maar te doen wat er van ze verwacht werd, ook in de jaren ’90,
en ik was een vervelende dwarsligger. Ik was bang. En het werd me enorm
nagedragen, want oh, wat erg voor Madé! Hield ik dan nergens rekening mee, zo egoïstisch!
Want hij was zó verliefd! (Op een verblijfsvergunning ja, want een net 12-jarig
meisje kan zo boeiend niet zijn voor een twintiger… Maar ik wilde ‘m zeker ook
geen hoop gaan geven.) Hij bleef het maar vragen, pakte steeds m’n handen vast,
maakte bewegingen van smeekbedes…. Een eeuwigheid lang. Ik herinner me vaag
iets van me huilend op het toilet verstoppen en een knallende migraine van die
belachelijke lamp. Maar ik heb geen seconde gedanst. Ik ben er een week ziek
van geweest. Ik mocht niet weigeren. Ik had Madé beledigd. Ik had alles fout
gedaan.
Sociaal onhandig. That’s me. En
nog staat het schaamrood me op de kaken als ik het opschrijf. Maar er zou geen herhaling zijn. Mijn tante
raakte ernstig gewond bij een straatroof bij hun zoveelste bezoek aan wat was
het, Jogjakarta? Ze werd naar andere contreien gevlogen om een hersenoperatie
te ondergaan. Singapore misschien? Of ze heelhuids terug zou keren was weken de
vraag, en hoewel ze de operatie overleefde was ze niet dezelfde vrouw als voor
haar hersenbeschadiging. De romance met Indonesië bekoelde ietwat, al geloof ik
dat ze sindsdien er nog wel eens heen zijn gegaan. Polen werd het land van
voorkeur.
En ik…? Indonesië liet wel een
klein stempeltje na. Ik heb jaren wajangpoppen gehad, en toen de Donald Duck nog
korte verhalen plaatste over een Indonesisch mes (een Kris) en eentje over een
Wajang pop, waren dat toch de verhalen die het meest tot mijn verbeelding
spraken, lang voor er een Madé was.
Intussen hebben we de Pasar Malam
in Burger’s Zoo gemist, en het gaat ‘m deze kerstvakantie niet meer worden. Maar ik
heb intussen wel opgezocht waar er nog meer dergelijke markten gehouden worden
in Nederland. Want ik zou zo graag een herkansing willen om de dans op te
eisen. Nee, ik ga niet zelf met de voetjes van de vloer, ben je gek…. Maar ik
wil heel graag mensen in kleurrijke traditionele kleding, en als het even kan
met lange gouden vingerextenties, op de foto zetten… Of dan tenminste in de gebruikelijke
poses vastleggen. Ik ben niet zo heel erg bekend met de Indonesische keuken,
dus waar veel koolhydraten in zitten of waar melk in wordt gebruikt, en wat ik
kan eten en wat niet, is op zo’n markt een beetje lastig. Voornamelijk gaat het
er uiteindelijk toch om eten. Maar ik wil graag kunnen genieten van een mooie,
oogstrelende dans, zonder het risico dat ik iemand tot op het bot schoffeer, of ik
“niet mag weigeren”. Ik wil graag mijn relatie met een volledige cultuur
herstellen via een medium dat me ligt, en hopelijk een stukje schaamte en bij
anderen gewekte teleurstelling achter me laten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten