zondag 13 oktober 2013

Hoort! Wie Klopt Daar, Kinderen?



In de hozende regen stond een zestal paarden in een weide langs de Bosscheweg, half te verzuipen. Allen diep bruin tot zwart, op één na: ’n schimmel. Het daaropvolgende gegrinnik moest ik even aan mijn man uitleggen. In mijn hoofd had ik namelijk, ook tot mijn eigen verrassing, mezelf luidkeels en half manisch horen gillen, “Het paard van Sinterkláás!”
Sommige dingen gaan nooit helemaal over. Hoewel de extra dikke speelgoedcatalogus van Bart Smit al lang en breed ten prooi is gevallen aan generieke politieke correctheid, en derhalve geen Sint, noch zijn Pieten meer te bekennen zijn op de pagina’s, duiken zowel ik als Kornelis er meteen op zodra hij in de bus ligt. Sinterklaas pre-pret in papiervorm! Racebanen, Lego, (Xbox 360) spelletjes, het is en blijft allemaal toch spannend. Zelfs al oormerken we geen bladzijden meer, en zetten we ook geen cirkeltjes om de vurig gewenste cadeautjes. 
In afwachting van Het Heerlijk Avondje

Het magische van Sinterklaas… De weken tevoren, dat de banketstaaf van de Hema groot ingekocht werd en bij mijn Oma op de kachel aan de Broekhovenseweg 44, (voor de sloop van die kleine huisjes) in een stuk zilverfolie lag op te warmen... De dampende chocolademelk met slagroom, de taaitaai en pepernoten. De intocht van de Sint in Tilburg, waarbij het paard wel eens op hol sloeg en de inmiddels straalbezopen (want met borrels opgewarmde) goedheiligman van haar rug wierp. Dat waren nog eens tijden! De bezoeken van Sinterklaas op school, en de Pieten die het strooigoed altijd in die hoeken gooiden waar de meeste stofnesten lagen… Het hoorde er allemaal bij.    
Ik weet me de Sinterklaasperiode nog te herinneren dat ik eigenlijk wel wist dat hij niet bestond… Maar toen ik per ongeluk een douchegordijn kapot had getrokken, schreef ik voor de zekerheid maar een briefje aan de Sint, dat ’t toch echt niet expres gegaan was. Je wist uiteindelijk maar nooit!
Of het jaar dat ik moest zoeken naar m’n kadootjes. Ik had het hele huis ondersteboven, maar niets… Ik begon de moed op te geven toen ik die sinterklaasavond, in het licht van de woonkamer, een klein wittig vierkantje op het gazon in de achtertuin zag liggen. Ik naar buiten met een zaklamp, de miezerregen in. Jawel, het was een pakje! Met wit papier, en daarop rode mijters en gouden bisschopsstaffen.  Toen ik het van de grond af haalde en opkeek, scheen mijn zaklamp in de schuur: meer wit, meer pakjes! En hallo, nieuwe fiets! Hoera, een Kinderen voor Kinderen LP! Heerlijk, die spanning, die anticipatie…
Ook toen ik ouder werd bleef ik m’n schoen braaf zetten. Zo eindigde in ’90 het dagboek van Twin Peaks’ Laura Palmer in m’n laars. Dat was nog eens wat anders dan ’n Sinterklaaskleurboek!
Oud boek, nieuwe pepernoten

Jaren later resideer je in Baarn, en woon je de intocht van de Sint bij. Eigenlijk net te laat aangekomen, want de stoet was net voorbij, zette ik ’t met m’n 30+ op een lopen. Ik haalde de Sint met z’n schimmel in, en stak hem mijn hand toe. Sint keek wat verbouwereerd: waar was mijn koter? “Fijn dat U er weer bent, Sinterklaas!”. Ik ben terug naar huis gehuppeld. Ik had een handje van de Sint gehad! Toch een overwinning, want als kind durfde ik nooit tussen al die andere dringende kinderen door… Het heeft even geduurd, maar ik had m’n handje binnen!
Tegenwoordig wisselen we kado’s uit met kerst, en van Sinterklaas merken we weinig meer behalve dan dat we ieder jaar tot onze enkels in de modder langs de kade van de Eem staan om te zwaaien naar de twee sinterklazen op de boot: de “echte”, en oom Wybe, die als EHBO-er meevaart. (Sorry Wyb!). Dat, en uiteraard de pepernotenverslaving van Kornelis: hij blijft ze bunkeren tot diep in maart. Al wat er bij de Kruidvat in de uitverkoop gegooid wordt na 5 december, wordt bij ons thuis liefdevol in de berging opgeslagen, en neemt hij onder anderen mee naar z’n werk om op te eten. Maar sinds m’n schoonzus verhuisd is naar Zeist, houdt het daar ook zo’n beetje op. Vroeger gingen we nog met jute zakken gevuld met snoepgoed en een dom kadootje of zo bij bij elkaar op de deur rammen om daarna weg te rennen, maar dat is wat lastig nu zij en wij in flats wonen, en sleutels tot elkaars galerij ontberen. Ik mis toch de tijd dat we m’n schoonouders tegenkwamen die met hun zak stiekem ondeweg waren naar ons, en wij in het donker liepen met onze zak voor hen… En bij het spotten van elkander, vruchteloos wegdoken achter auto’s, gierend van het lachen. 
Bron: Van Nul Tot Nu

Bron: Van Nul Tot Nu

Intussen is het wel zo dat een Amerikaanse vriendin in Nederland is rond deze tijd, en ik vraag me toch af wat ze denkt bij een o zo foute “blackface” der Pietermannen,  en of ik haar ooit echt duidelijk zal kunnen maken wat het heuse, authentieke Sinterklaasgevoel van weleer was. Want zwarte pieten zijn niet uit te leggen, hoeveel historisch perspectief ik er ook bij poog te plaatsen, en de snoepsigaretjes mogen ook niet meer. Sint is van de Bart Smit folders gebannen, en de jeugd van tegenwoordig heeft misschien net zo veel benul van wat een ouderwets Sinterklaasfeest inhield als een Amerikaanse in Nederland…
Gelukkig heeft de Hema haar amandelstaven nog.