Ineens weet ik
wat ik aan onze nieuwe kerstboom mis; hij ruikt niet naar muffe oude kunstboom.
Niet zoals zijn voorganger deed, en lang geleden, de kunstboom van m’n oma. Die
van haar was aardig kaal, rook stoffig, en echt een teken van de nabijheid van
kerst. Met kleurige lampjes, al dan niet van gedraaid glas, met doorgaans in
meer of mindere mate bladderende verf. Zuinigheid met vleit bouwde uiteindelijk
huizen als kastelen, en het heeft lang geduurd voor m’n moeder er uniform
gekleurde lichtjes doorheen kreeg bij oma. Handgeblazen en geschilderde glazen
ornamentjes tussen zilveren guirlandes, van ’n kerkje, een lantaarntje, en mijn
persoonlijke favoriet, het soldaatje. Een kleine serie perfecte balletjes, met
z’n kledij die ik me nog vagelijk voor de geest kan halen als lichtelijk napoleontisch.
Ik heb het meegekregen naar huis toen ik wat ouder was, maar zoals met alle
glazen ballen, heeft ook deze de tand des tijds niet doorstaan. Recentelijk op
een kerstmarkt had ik een brocantekraampje gespot met balletjes in dezelfde
vorm, maar ze hadden slechts kleurige streepjes… Geen soldaatje te bekennen.
Maar sommige dingen blijven ons altijd bij. Zoals dat soldaatje, zoals de
bladderende lampjes. Het jezelf welkom weten in het midden van familie, en je
misselijk eten aan de borstplaat-kransjes die je eigenlijk niet lust, maar ook
om een of andere reden niet kunt laten liggen op het schaaltje.
Bij ons thuis
hadden we lang een echte boom. Met zilveren ballen en idem lametta, waarvan de
laatste fabrikant, lees ik net, in 2015 is gestopt met het produceren wegens
verminderde vraag…. Tja, Monus at het graag op, en echt gezond voor katten was
het niet… We hadden een koperkleurig molentje waar kaarsjes in konden, en dan
vlogen de engeltjes er boven al trompetterend in het rond. Ik kon er uren naar
kijken. En er stiekem lametta in steken, want die krulden zo leuk op. (Dat het
huis naar verbrande troep stonk deerde me niet zozeer). De geur van verbrand
haar was ook nogal aanwezig, want Monus was dan wel een ijdele raskat, bijzonder
snugger was onze Perzische prins niet; net als de lametta, krulden zijn
snorharen en wenkbrauwtjes op als hij aan de kaarsjes snuffelde. Had je een
witte Pers met korte snor en aswenkbrauwen die zilveren sliertjes uit de boom
jatte. (Met een beetje geluk vond je ze terug in de kattenbak, zonder al te
veel problemen. Maar ik geloof dat de dierenarts er eens aan te pas kwam, en
dat betekende het einde van de sliertjes). Later hadden ook wij een kunstboom, die we
hier in Baarn nog lang gehad hebben. Tot enkele weken geleden zelfs, toen hij
naar Tilburg terug verhuisde en uiteindelijk een thuis vond bij een van m’n
tantes. Prima boom, maar de herinneringen…
Na Doug’s
sterven deed kerst me niet zo veel meer; we hadden zoveel plannen gemaakt over
hoe onze eerste kerst samen zou zijn, maar het mocht niet zo zijn. Toen een Canadese
vriendin een doos kadootjes stuurde, en een Amerikaanse vriend uit het niets
hetzelfde deed, verschoof de pakjesavond van Sinterklaas- naar Kerstavond, en
kregen de feestdagen iets van hun oude glans terug. Maar die boom was ook
getuige van een echtscheiding, en enkele kerstdagen waar de verhoudingen
onderling zo verstoord waren dat terugdenken daaraan opnieuw m’n hart breekt.
Dus al ging de boom mee naar Baarn, al kreeg hij nieuwe ornamentjes (plastic,
zodat onze katten ze niet konden slopen), en al verkreeg hij een volledig andere
uitstraling, steeds bij het uitpakken en opzetten van de boom, zat er toch een
onprettige gedachte bij die zich nestelde tussen de takken; oud zeer doet ook
zeer. Hij rook dan wel net zo muf als de oude boom van oma, maar dat droeg
inmiddels ook bij aan het voorgaande. Oma moet ik inmiddels ook al lang missen.
Dus…
Dit jaar is er
een nieuwe boom. Hij is niet muf, hij mist soldaatjes, maar hij heeft wel
kat-veilige plastic ballen en een enorme strik en ornamentjes uit een
tuincentrum waar ik samen met mam en Kornelis met veel plezier helemaal los
ging; een fijne herinnering. Niks negatiefs. Kornelis en ik hebben ‘m samen
opgezet, samen ballen laten vallen, (die stuiterden en onder de bank rolden),
samen helemaal onder de glitter gezeten, dagen daarna nog. Dit is nu echt met
recht onze boom. En ’t is goed zo. Laat Kerstmis maar komen.