woensdag 29 april 2015

Viggo, Pipo en Cruijff



Iedere keer, net voor we gaan, vraag ik me toch weer af waarom ik ’t mezelf aandoe…. Doorgaans rijdt Kornelis naar theaters toe, met zijn vrouw druk met haar paniekaanval naast ‘m. Op van de zenuwen kom ik aan bij de plaats van bestemming, en ik kraai stilletjes victorie als ik het weer overleefd heb, na afloop bij de garderobe.
 Tot zover is het altijd de moeite waard geweest. Ik hou van cabaretiers…  Je lacht om de spiegel die je voorgehouden wordt, maar je moet wel oppassen dat je je niet aan de scherpe randjes snijdt. Voor je het weet is een kleine paper-cut een pulserende slagaderlijke bloeding, uiteindelijk. Dàn doen ze hun werk goed. Als ze je weten te raken tussen de grappen en spitsvondigheden door.  
Het is geen geheim dat ik een enorme voorliefde heb voor NUHR, (De Ploeg in het verlengde daarvan) en ook de lees-, try-out en solovoorstellingen bezoek, als we kaartjes kunnen krijgen. Soms meer dan eens. En ook wel eens dingen als Wachten op Godot of iets dergelijks… Als minstens één der heren maar het podium betreed. Wat begon met drie gastjes die “De Maagd van Orleans” op tv zongen toen ik klein was, eindigt ieder theaterseizoen wel met een optreden waar we soms een half uur of langer voor onderweg zijn. Carré, de Komedie…
Maar vandaag dus Almere. Half uurtje rijden door de regen, voor Viggo Waas’ solovoorstelling Cruijff en Pipo. Nu nog in de laatste loodjes van de try-out fase, maar in het nieuwe theaterseizoen ‘voor ’t echie’.  Pas als we in de lobby staan ziet Kornelis de titel.
“Het gaat toch niet over voetbal hè?”
“Joh, je bluft je er maar doorheen, doe je op je werk ook”
~
Bij het bestellen van de kaartjes in de voorverkoop ging er iets niet helemaal goed op de website van Almere. Een dame die we belden heeft toen uiterst hulpvaardig voor ons de boekingen gedaan.
“Dus, Viggo Waas, Peter Heerschop… Dan wilt u zeker ook wel kaartjes voor NUHR?”
“Die hebben we al twee keer gezien,” zei Kornelis. “Maar ik geloof dat een derde keer niet erg is. Doe ook maar ja.”
We gaven door dat we graag op de eerste rij zaten, om neusharen te tellen. En zo kon het dus gebeuren dat we vanavond de gehele eerste rij voor onszelf hadden. We zaten precies in het midden. Met de rest van het publiek ‘veilig’ achter ons, vanaf rij twee.
“We kunnen nog ergens anders gaan zitten”. Kornelis had z’n woorden nog niet koud of de zaallichten gingen uit. Wij zaten op 11 en 12, en we bléven op 11 en 12.
~
Het herkenbare lag al snel op de loer. Sprekend over zijn eventuele necrologie, dacht ik aan de op handen zijnde reünie van mijn middelbare school. Hoe op Facebook gereageerd werd op het bericht dat iemand van onze lichting zelfmoord had gepleegd op z’n 25e. En dat de reacties niet verder kwamen dan “Wat erg.” en “Je kon altijd zo met ‘m lachen.” Je vraagt je dan toch af hoe je zelf over de tong zou zijn gegaan. Een necrologie zal over mij niet geschreven worden ben ik bang, daar ben ik niet beroemd noch berucht genoeg voor… Maar Viggo had een paar goeie punten. Hoe wil je uiteindelijk herinnerd worden? Een kleine paper-cut om over na te denken.
~
Hij zong, speelde basgitaar, danste, huppelde wat rond… Liet me lachen, stiekem ook een beetje huilen. Absurde, karikaturale heldendichten die hij aan zichzelf opdroeg werden afgewisseld met oorlogsverhalen die hun doel vonden. Dit alles in steeds wisselende kostuums, waarmee de voorstelling optisch afgeteld werd. Het tempo zat er goed in, en steeds weer kwamen de verhalen, waarvan het maar de vraag was wat er waar van was en wat niet, kruislings op het publiek af.
~
Ter informatie: je pols overbelasten als je de kat optilt is niet handig. Zeker niet als je derhalve met een brace zit, en als enige dame op de eerste rij vertoeft als een man die je hoog hebt zitten je vraagt of je bekend bent met het omdoen van vlinderdasjes. Ik ben zelden zo belachelijk blij geweest dat Kornelis er twee heeft. Ik voeg er binnenkort vast nog wel een paar meer aan z’n collectie toe, van de weeromstuit. Sta je daar met trillende vingers dat dasje om te doen, natuurlijk net in de lampen kijkend zodat je amper ziet wat je doet, en die snert-brace…. Maar het lukte wel, en zoals Doctor Who zei, “Bow ties are cool”. Ik denk dat mijn gezicht zo’n beetje dezelfde kleur had als m’n knalrode trui toen ik mijn stoel weer opzocht.
~
Pipo. De echte, originele Pipo afleveringen werden opgenomen in Baarn. De filmploeg is nog in de bakkerij van Kornelis z’n opa geweest. Het filmpje staat ergens op YouTube, dus het is ongelogen waar. En ze hebben ook eens zijn broodfiets geleend. Helaas is dat fragment dus onvindbaar, al hebben we wel ons best gedaan in het archief bij Beeld & Geluid. (We zijn daar toen weggegaan met een bestelling voor oude De Ploeg opnames. Toeval bestaat niet.). Maar goed… Vanavond stond Viggo in een Pipo pak, op een podium in Almere. En zoals het een echte vent betaamt, wist hij schijnbaar niet dat je een lipstick niet te ver uit moet schroeven; die krengen breken als je dan ook maar een béétje kracht zet, zoals alle inmiddels groot geworden kleine meisjes die de lipstick van hun moeder verknald hebben wel weten. In m’n rechterhand –met brace- probeerde ik zowel heel behulpzaam zijn lippen te stiften, als te voorkomen dat ’t stickie brak. Een klein stukje terug er in schroeven kwam pas thuis bij me op. Rijkelijk laat dus. Onzinnig dacht ik nog wel dat er eigenlijk nog een zonnetje op z’n wang moest met kohlpotlood, maar och. Daar trilde ik inmiddels toch te veel voor. En zelf had ik ’t ook niet bij.  
~
                Ik denk dat het met de necrologie van Waas nog wel mee zal vallen. De man kan zingen, hij heeft in films gespeeld, dingen voor TV gedaan, geschreven, serieus theater ook, buiten de imitatie van Cruijff, waar iedereen steeds op lijkt te blijven hangen…  Maar ik hoop dat, wie dan uiteindelijk ook ergens in een nog zeer verre toekomst de doodstijding zal updaten met dag, maand en jaar, een voor mij persoonlijk toch belangrijk detail zal hebben opgemerkt en toegevoegd. Of het nu gaat om een stampvol Carré, of een kleine, nog niet half gevulde try-out zaal; Hij lijkt altijd met even veel plezier op ’t podium te staan, en zijn publiek met oprechte liefde te bespelen. Met dezelfde glinstering van pretoogjes als dat ventje dat pakweg 25 jaar geleden op TV over de Maagd van Orleans zong.
Het was een mooie, ontroerende, grappige voorstelling, en ik wens hem veel publiek toe.
~
Morgen m’n broek maar met enige tegenzin in de was gooien. Er zit lipstick op.
:)